In de fronteenheden van het Rode Leger bevonden zich tijdens de Duits-Russische oorlog van 1941-1945 verkenningseenheden genaamd Razwiedczikami (in het Russisch, geschreven in Latijns schrift zijn Voyennaya Razvyedka). Deze eenheden werden voornamelijk toegewezen aan infanterie-eenheden in de sterkte van het bataljon per divisie, compagnie per brigade en peloton per regiment. De organisatiestructuur van de Razwiedczik-eenheden verschilde niet significant van die van de reguliere infanterie. Hun rol op het slagveld was echter radicaal anders. Deze formaties werden behandeld als specifieke "ogen en oren" van de commandant van de formatie waaraan ze waren onderworpen. Het is de moeite waard eraan toe te voegen dat hun soldaten veel beter waren opgeleid dan gewone infanterie-eenheden, en dat hun taken waren om informatie van de vijand te verzamelen of zijn bewegingen en marsen te observeren. Het is de moeite waard eraan toe te voegen dat de Razwiedcziki na 1943 uniformen gebruikten die bedekt waren met camouflagevlekken, en dat hun uitrusting werd gedomineerd door lichte machinegeweren, zoals het PPsZ-machinepistool en het 7,62 mm Diegtarev lichte machinegeweer. Vaak vochten ze echter ook met buitgemaakte apparatuur.
MP 40 (Gr. Maschinenpistool 40 ), algemeen bekend als de "Schmeiser", is een Duits 9 mm machinepistool uit de Tweede Wereldoorlog. De eerste prototypes van dit wapen werden gemaakt in 1939 en de serieproductie begon in 1940 en duurde tot 1944. De beginsnelheid van het door dit wapen afgevuurde projectiel was tot 380-400 m / s, en de theoretische vuursnelheid was tot 500-550 omwentelingen per minuut. Effectief schietbereik het was tot 150-200 meter. Het gewicht van het geladen wapen is 4,61 kilogram.
De MP 40 werd ontwikkeld voor de behoeften van de Duitse strijdkrachten ter vervanging van de machinepistolen MP 18 en MP 28 die eind jaren dertig verouderd waren, maar vooral als een veel eenvoudigere en betrouwbaardere ontwikkeling van het MP 38-pistool, terwijl met behoud van bijna al zijn voordelen ballistische eigenschappen. De belangrijkste ontwerpwijziging betrof echter de stuitkamer, die veel goedkoper te produceren was en tegelijkertijd het risico op vastlopen van het wapen minimaliseerde. Uiteindelijk bleek de MP 40 een succesvol wapen, dat door de Wehrmacht op vrijwel alle fronten van de Tweede Wereldoorlog werd ingezet. Het is vermeldenswaard dat Heinrich Vollmer algemeen wordt beschouwd als de belangrijkste ontwerper van de MP 40, maar Hugo Schmeisser en Berthold Geipel hebben ook bijgedragen aan de creatie van dit wapen. Anderzijds was de productie van de MP 40 in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de fabrieken van Steyr-Mannlicher, maar ook van Erma Werke en Haenel.